Raphael Philipe Damasceno is gevestigd in Brussel en geboren in Brazilië. Hij ontwikkelde zijn danscarrière tussen Spanje en België. Na zijn studies Hedendaagse Dans aan het Institut del Teatre de Barcelona, werd hij lid van het gezelschap IT Dansa onder leiding van Catherine Allard, waarmee hij door heel Europa toerde met werken van Jiří Kylián, Ohad Naharin, Alexander Ekman en Sidi Larbi Cherkaoui. Daarna besluit hij de Belgische hedendaagse dansscène te verkennen en krijgt hij de kans om te werken met onder andere NeedCompany, Vera Tussing en Alain Platel. Op dit moment begint hij zijn eigen artistieke praktijk te ontwikkelen via de Master Dans aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, welk onderzoek gedeeltelijk ontwikkeld zal worden in Studio A’tack – Passerelle vzw.
Zijn onderzoek stelt een collectieve belichaming voor van decoloniale verhalen via performatieve schrijfperformances. Uitgaande van feministische postkoloniale filosofe Maria Lugones’ werk ‘Pilgrimages/Peregrinajes: Theorizing Coalition Against Multiple Oppressions’ borduurt hij voort op haar begrip van het sociale als altijd heterogeen, meervoudig en met een pluri-vocale betekenis. Via theorieanalyse zal hij verhalen creëren die collectief worden belichaamd via participatieve performances binnen westerse kunstinstellingen. Als onderzoeker wil hij discussieruimtes creëren om kritische oefeningen op gang te brengen over de manier waarop we in de westerse academische wereld kennis produceren.
“Door mijn plaats van spreken als mannelijk, Braziliaans-Spaans, raciaal lichaam te erkennen, zal ik de politiek van identiteiten in de westerse kennisproductie onderzoeken en dit ondersteunen met decoloniaal onderzoek van vrouwelijke auteurs uit het Zuiden – in het bijzonder Latijns-Amerika en Brazilië, d.w.z.: P. Moya, D. Ribeiro, S. Rolnik, L. M. Schwarcz, G. Anzaldúa, S. R. Cusicanqui, enz. Ik zal zoeken naar een fysiek-emotioneel verband tussen hun theorie en mijn persoonlijk migratieproces van Brazilië naar Spanje en België. Het onderzoek zal geleid worden door de vraag: Hoe kunnen verhalen het collectieve lichaam van de samenleving beïnvloeden?”